
Thema Bouwen/Sint/Kerst
Taaldoelen
- Kan een versje onthouden en nazeggen (minimaal 4 regels)
- Kan grotere puzzels maken
- Kan een conclusie trekken na een voorgelezen verhaal
- Kan 3 tot 4 getoonde voorwerpen onthouden
Rekendoelen
- Ontdekt de mogelijkheden met spiegeltjes
- Kent tijdsbegrippen zoals lang, kort, even, snel, nu, toen, straks, vroeg en laat
- Kan de eigen lengte meten
- Afpassend meten met bijvoorbeeld voetstappen, meetstroken en het resultaat met tellen vastleggen
- Kan verkort tellen tot 6
- Weet dat getallen verschillende functies en betekenissen hebben
Woordenschat
Bouwen
Paraplu: gereedschap
De hamer, de zaag, de schroevendraaier, de boormachine, de nijptang, de vijl, de sleutel
Paraplu: bevestigen
De spijker, de moer, de schroef, de plug
Spin: de bouwvakker
De helm, het veiligheidshesje, de veiligheidsbril, de overall, het overhemd
Spin: metselen
De metselaar, metselen, de emmer, het cement
Spin: meten
De duimstok, de rolmaat, het meetlint, de liniaal
Sinterklaas
Spin: sinterklaas
De mijter, de staf, de baard, het grote boek, het paard, de stoomboot
Spin: piet
De muts/de baret, de veer, de kraag, de zak, strooien
Paraplu: het snoepgoed
De pepernoten, de kruidnoten, de taaitaai, het speculaas
Spin: de cadeautjes
Inpakken, uitpakken, het speelgoed, het inpakpapier, het plakband
Spin: schoenzetten
Geven, krijgen, de avond, de ochtend, rondbrengen, het dak, de schoorsteen, de wortel, het verlanglijstje
Kerstmis
Spin: geboorte Jezus
De ster van Bethelehem, Maria, Jozef, de engel, de herders, in verwachting/zwanger, de drie wijzen
Spin: de stal
Het stro, de kribbe, de ezel, de os, het schaap
Spin: de kerstboom
De takken, de naalden, versieren, de slingers, de piek, de lichtjes, de kerstballen, het ornament
Spin: de kaars
De vlam, de rook, aansteken, de aansteker, uitblazen, de lont, de lucifers
Liedjes
Linkerbeen, rechterbeen: https://youtu.be/-USk7qXCU38
Sinterklaas liedjes (nieuwe stijl): https://youtu.be/7Aqz8WPldXw
Terug